Britten zakken steeds dieper in moeras
Simon Tilford van het Centre for European Reform deed het en maakt in zijn rapport ‘Brexit Britain: The poor man of Western Europe’ gehakt van de mythe dat het Verenigd Koninkrijk een ‘powerhouse’ is, zoals Britse media zo graag stellen, een economie die nog veel harder zou groeien als het eenmaal van de Brusselse ketenen zou zijn verlost.
Op het eerste gezicht lijkt het er inderdaad op dat de Britse economie prima gepresteerd heeft in de afgelopen vijftien jaar, stelt Tilford. De reële groei (de groei gecorrigeerd voor inflatie en gemeten in sterling) was groter dan die van ‘peers’ als Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië. Maar uitgedrukt in koopkrachtpariteit (waarbij gekeken wordt naar wat je daadwerkelijk met je pond of euro kunt doen) ontstaat er een ander beeld. En helemaal als je vervolgens de groei per hoofd van de bevolking uitrekent en er dus rekening mee houdt dat de beroepsbevolking van het Verenigd Koninkrijk sterker is gegroeid dan waar ook in Europa. De bbp (in ppp, ‘purchasing power parity’) per capita-maatstaf maakt duidelijk dat de welvaartsgroei voor de gemiddelde Brit duidelijk achterblijft bij die van Duitser, de Fransman en zelfs de gemiddelde Spanjaard...
...Tilford noemt Nederland niet, maar ergens las ik dat het productiviteitsgat met Nederland al is opgelopen tot 45 punten...
...Tilford schrijft:
‘In short, the British have to work a lot more hours to achieve a similar amount of income. So in effect their living standards are lower, unless they prefer work to play, which few people do.’..
...Tilford wijst op het probleem van de centrale aansturing van het Verenigd Koninkrijk. Het noorden heeft een hele andere economische dynamiek dan Londen. Maar de lonen, bijvoorbeeld die van de ambtenaren, liggen er net zo hoog, waardoor de private sector er niet kan concurreren met de publieke. In Londen ligt de kwaliteit van de ambtenaren weer erg laag omdat de publieke sector er niet kan concurreren met de private.